Meiraap

De voorloper van de aardappel

Geschiedenis: Uit geschriften blijkt dat de oude Grieken de smaak van de meiraap al te pakken hadden. Mogelijk komt de meiraap uit het gebied, dat tegenwoordig het oosten van Afghanistan en het westen van Pakistan is. Andere bronnen noemen het gebied rond de Middellandse Zee als oorsprong.
In het noorden van Europa (dus ook in Nederland) behoorde de raap ooit tot het dagelijks voedsel voor boeren en het arme volk. In de 18e eeuw nam de aardappel de plek van de meiraap in. De meiraap raakte hier uit de gratie. Ook als veevoer werd de meiraap steeds minder populair, omdat het telen van rapen te veel zou kosten in vergelijking met andere soorten veevoer. De laatste jaren neemt de bekendheid van de meiraap weer toe, terwijl hij in België, Frankrijk en Duitsland nooit van het menu is verdwenen. “Wat mij betreft is het de lekkerste rapensoort en een ware lekkernij “, aldus Goethe, de beroemde Duitser schrijver.

Gebruik: De meiraap is een bolvormige knol ter grootte van een biet en is er in verschillende varianten: plat, rond, halflang en lang. De kleur varieert van paars-wit tot wit. Deze groente, ook wel meiknolletje of knolraap genoemd, wordt vaak verward met koolraap en koolrabi. Het is echter een andere groente en hij heeft ook een andere, heel herkenbare smaak: scherp, pittig en met een klein zoetje en een aangename bitterheid. Meirapen laten zich goed verwerken in salades en combineren met andere lentegroenten zoals peultjes of doperwtjes. Door ze te koken of te stoven worden de meirapen zacht en mals. Ook het bladgroen is eetbaar en is bekend als raapsteeltjes, hoewel we daarvoor bij de Warmoes een ander ras gebruiken. Het blad helpt ook wondjes sneller te genezen, als je het op de snij- of schaafwond legt.

Teelt: De meiraap behoort tot de kruisbloemfamilie, net als de radijs, rucola, paksoi en palmkool. De plant is niet winterhard en wordt vooral in het voorjaar, vanaf maart, in de volle grond gezaaid en geteeld. Hij groeit snel: in een paar weken tijd verschijnen bossen groen blad (raapstelen). Een kleine drie maanden later verschijnen de raapjes. De meiraap is een echte lentegroente, vandaar ook de naam. Mocht je zelf zaad willen winnen van je geteelde meirapen houd er dan rekening mee dat hij kruist met Chinese kool maar niet met kool of radijs.

Bij Warmoes: We telen bij de Warmoes de rassen Milanese witte roodkop en platte witte mei. Ongeveer vanaf mei kan je de meiraapjes zelf bij ons oogsten of in ons winkeltje kopen. Ook serveren we ze met regelmaat in de salades (zowel rauw als gegaard) in ons lunchcafé.